|
|
Kinderverhaal 6 maart 2022
Kinderverhaal 6 maart 2022
Wanneer Eline even later bij de kassa van de supermarkt staat, ziet ze dat er een of andere actie is. Alle kinderen krijgen ballonnen. Niet van die stomme die je met een ijzerdraadje omhoog moet houden. Nee van die echte met gas erin, die je goed moet vasthouden omdat ze anders zo de lucht in schieten.
Die van Eline is knalblauw, en terwijl ze naar huis loopt, danst haar ballon aan zijn touwtje alsof hij op reis wil.
Ineens weet Eline het! Ze rent naar huis, legt gauw de boodschappen in de keuken en holt de trap op naar haar kamertje. Dan laat ze haar ballon los. Hij vliegt meteen tegen het plafond. Eline zoekt op internet naar de pagina waarop het woord ‘vrede’ staat in allerlei talen. Dan pakt ze een stuk wit karton, knipt de lelijke zijkant eraf en schrijft in haar mooiste handschrift ‘vrede’ in het Oekraïens, in het Russisch, in het Pools, het Spaans, het Grieks, het Hebreeuws en natuurlijk in het Frans, Duits en Engels
Daarna kleurt ze de rest vol met de prachtigste kleuren en tekent er nog vlinders op met haar gouden en zilveren stift. Ze doet de kaart in een plastic hoes. Dan wurmt ze er met de schaar een gaatje in en knoopt het stevig aan de blauwe ballon die al ongeduldig hangt te wachten. Ze maakt er nog een foto van met haar telefoon, bewijs voor de meester dat ze de opdracht gemaakt heeft…
Zoek nou de oorlog maar op, zegt Eline terwijl ze hem uit het raam laat vliegen.
Heb je je tekening af? Vraagt mama wanneer Eline met twee treden tegelijk de trap af komt springen. Ja en ik heb hem al weggestuurd ook, lacht Eline!
En hij is gevonden ook, de blauwe ballon. Door een heel gewoon Duits meisje, door Ursula, die vlak bij de Poolse grens woont. Of toch niet zo gewoon die Ursula. Want toen zij de kaart eens goed had bekeken wist ze meteen voor wie die vredesboodschap bestemd moest zijn. De volgende dag heeft ze haar fiets gepakt en is ze naar een vluchtelingenkamp gefietst, niet zo ver bij haar vandaan. Daar heeft ze de lege ballon en de kaart aan het hek geknoopt.
Kijk eens wat ik heb gevonden, schreeuwt Uruk. Hij komt, met die kleurige kaart en het restje blauwe ballon in zijn hand, zijn klas in de schoolbarak binnenrennen. Ze zijn met zijn achten in de klas, een juf en zeven kinderen. Allemaal jongens en meisjes die gevlucht zijn uit een oorlogsland. Sommigen met hun vader en moeder, anderen alleen. Een paar hebben een zus of broertje verloren, of een oma, of een tante. Allemaal zijn ze hun vriendjes en vriendinnetjes kwijtgeraakt, omdat die ergens anders heen gevlucht zijn, of op een andere plek terecht zijn gekomen, of achtergebleven in het bezette land, Oekraïne.
Allemaal zijn ze geraakt door de oorlog, hebben trauma’s opgelopen en allemaal dromen ze weleens van vrede. Uruk haalt de kaart uit het plastic en samen met de juf bekijken ze de kaart. Ze lezen en herlezen dat ene woord in zoveel talen, zelfs in hun moedertaal Oekraïens. Ze bekijken de kleuren en voelen met hun vingers over de gouden en zilveren vlinders. De kaart krijgt een ereplaats in het klaslokaal, zodat ze er alle dagen naar kunnen kijken. Het geeft hun allemaal een beetje moed en hoop om overdag naar te kijken en ’s nachts van te dromen.
| terug
|
|
|
|
|
|